Hieronder vind u de laatste ontwikkelingen:

Valse e-mails van de Belastingdienst in omloop:

Het komt voor dat er valse e-mails van de Belastingdienst in omloop zijn. Hierin wordt verzocht een belastingschuld zo spoedig mogelijk te voldoen. De Belastingdienst gebruikt in bepaalde gevallen een e-mail, maar hierin vragen zij nooit om persoonlijke gegevens. Dus deze e-mails niet openen, maar direct verwijderen.

Grootste valkuilen voor starters:

Uit onderzoek blijken dit de grootste valkuilen voor een starter te zijn:

- slechte voorbereiding,

- slechte administratie,

- te duur pand op een slechte locatie (indien van toepassing),

- te hoge privé - uitgaven,

- geen spaarpotje voor noodgevallen.

Betrouwbaarheidsniveau EH1 van eHerkenning stopt:

eHerkenning is de digitale sleutel voor ondernemers en de overheid. Wanneer je als ondernemer zaken regelt met een overheidsorganisatie (b.v. Belastingdienst/gemeente) is inloggen met eHerkenning vereist.

Vanwege strengere eisen wordt het laagste betrouwbaarheidsniveau van het inlogsysteem, EH1, stopgezet. Indien ondernemers tot nu toe gebruik maken van EH1, dan moeten zij dit aanpassen.

BTW op zonnepanelen afgeschaft:                                                                                                                                                                        Per 1.1.2023 is de BTW op de aankoop en plaatsing van zonnepanelen op een woning verlaagd van 21% naar 0%; dit scheelt een hoop administratie, omdat er geen BTW meer hoeft te worden teruggevraagd.

Minimum loon per 1 januari 2024:

Op 1.1.2024 is het wettelijk minimum uurloon ingevoerd en verdwijnen de vaste minimum maand - week en daglonen. De werkgever is dan ook verplicht om werknemers m.i.v. 1.1.2024 minimaal het wettelijk uurloon uit te betalen. Dit bedraagt voor 21 jarigen en ouder: € 13.27 bruto. Het bruto maandloon  wordt dan bepaald door het feitelijke aantal uren dat er per maand wordt gewerkt. (bron: www.rijksoverheid.nl)

AOW leeftijd in 2024: 67 jaar voor personen geboren na 28.2.1957 en vóór 1.1.1958. 

  Netto AOW bedragen vanaf 1.1.2024 (excl. vakantiegeld)

  Voor alleenstaanden: netto € 1459.53 met heffingskorting en netto €     1166.11 zonder heffingskorting en voor gehuwden/samen wonend, die beide AOW hebben: netto €991.87 per persoon met heffingskorting en € 792.79 zonder heffingskorting. Voor een uitgebreide opsomming: www.svb.nl

 

Schenkingsvrijstelling:

Per 1.1.2023 is de éénmalige schenkingsvrijstelling voor de eigen woning  verlaagd naar € 28.947.--.  Uiteraard moet het geschonken bedrag worden gebruikt voor koop/verbouw van de eigen woning c.q. aflossing van een hypotheek of andere restschuld op de eigen woning. In 2024 wordt deze helemaal afgeschaft.

Ten tijde van de schenking moet het kind minimaal 18 jaar en maximaal 40 jaar zijn, waarbij de dag van de 40ste verjaardag nog mee telt. 

Ook de éénmalige schenking van ouders aan kinderen is verhoogd tot € 28.947.-- en voor een studie € 60.298.--. Bij bovenstaande bedragen moet de begunstigde ook tussen de 18 en 40 jaar oud zijn.

In 2024 bedraagt het jaarlijkse aan kinderen belastingvrij te schenken bedrag € 6.633.-- en aan kleinkinderen of een derde € 2658.--. Voor volledige informatie: zie www.belastingdienst.nl

Eigen woning forfait: 

In 2024 bedraagt het bijtellingspercentage van het eigen woning forfait voor een woning met een WOZ waarde tussen de € 75.000.-- en € 1.320.000.--: 0.35%; boven deze grens komt er over het meerdere nog € 4.620.-- + 2.35% bij (bron: www.belastingdienst.nl)

Veranderingen op de hypotheekmarkt:

Sinds 2018 is de hypotheek, die men kan afsluiten voor de aankoop van een woning maximaal 100% van de waarde van de woning. Dit betekent dat er meer eigen geld nodig is voor b.v. advieskosten, overdrachtsbelasting en notariskosten.

Per 1.1.2024 bedraagt de hypotheekrente aftrek bij een jaarinkomen van meer dan € 75.518.--: 36.97%

De fiscale restschuldregeling is per 1.1.2018 vervallen; rente en kosten, die uit hoofde van een restschuldregeling, die in de periode 29.10.2012 en 31.12.2017 zijn ontstaan bij de verkoop van een voormalige woning, blijven gedurende 15 jaar wel aftrekbaar. 

Om starters een betere toegang tot de woningmarkt te geven, betalen woningkopers jonger dan 35 jaar vanaf 1.1.2021 éénmalig GEEN overdrachtsbelasting bij aankoop van een woning (een besparing van 2%). Vanaf 1.1.2024 geldt als aanvullende voorwaarde, dat de woning niet duurder mag zijn dan € 510.000.--, men dient er zelf voor langere tijd te wonen en de vrijstelling is niet eerder gebruikt

De overdrachtsbelasting voor de aanschaf van een 2e woning en bedrijfspanden is per 1.1.2023 verhoogd van 8% naar 10.4%.

Geleidelijke verlaging zelfstandigenaftrek voor éénmanszaken, v.o.f. en maatschap:

De zelfstandigenaftrek wordt de komende jaren stapsgewijs afgebouwd. Per 1.1.2021 is deze verlaagd van € 7.030.-- naar € 6670,-- en per 1.1.2022 naar € 6310.--; per 1.1.2023 bedraagt dit € 5030.-- en per 1.1.2024 € 3750.--.

De MKB winstvrijstelling is per 1.1.2024 verlaagd van 14% naar 13.31%.

Twee schijven stelsel Inkomstenbelasting:

In 2024 bedraagt de inkomstenbelasting in de 1e schijf voor inkomens tot € 75.128,-- 36.97% en daarboven een tarief van 49.5%; voor AOW gerechtigden blijven er overigens 3 schrijven bestaan t.w. met een inkomen t/m € 38.098.-- (of € 40.021.-- voor degene, die vóór 1.1.1946 geboren zijn) een extra schijf met een gecombineerd tarief van 19.07%, omdat zij niet premieplichtig zijn voor de Algemene Ouderdomswet (AOW) bron (www.belstingdienst.nl)

Box 2 vermogen:

Vanaf 1.1.2024 hanteert de Belastingdienst 2 schijven t.w. de 1e schijf belast de eerste € 67.000.-- van het inkomen uit aanmerkelijk belang tegen 24.5% en over het meerdere is dit 33% (bron: www.belastingdienst.nl)

Box 3 vermogen:

In 2023 bedraagt het heffingsvrijevermogen in box 3 € 57.000.-- of € 114.000,-- met een fiscaal partner  60.000,--); het belastingtarief wordt m.i.v. 1.1.2024 verhoogd van 32% naar 36%.

De voorlopige aanslagen 2024 zijn berekend volgens nieuwe wetgeving, waarbij er wordt uitgegaan van de werkelijke verdeling van het vermogen; voorlopig gaat met uit van een tarief van 1.03% voor banktegoeden; dit wordt begin 2025 definitief vastgesteld en wordt gebruikt bij de definitieve aanslag 2024, het tarief voor beleggingen is reeds definitief t.w. 6.04%. Ook worden er 2 vormen van vermogen aangemerkt als "banktegoed" t.w. het aandeel van een appartement eigenaar in de VvE en gelden die op een derdengeldenrekening staan bij een notaris of deurwaarder.

(bron: www.belastingdienst.nl)

Gebruikelijk loon DGA:

Het gebruikelijk loon voor een DGA bedroeg in 2023 € 51.000.-- en is in 2024 gestegen naar € 56.000.--; dit kan je op verschillende manieren vaststellen;

  • het standaardbedrag, dus voor 2024 € 56.000.--
  • 100% van het loon van iemand met een vergelijkbare baan in de BV
  • het loon van de meestverdienende werknemer in je bedrijf

(bron: www.belastingdienst.nl)

DGA kan minder geld lenen bij eigen BV:

Het lenen bij de eigen BV wordt per 1.1.2024 verder beperkt door het maximale bedrag te verlagen van € 700.000.-- naar € 500.000,--, waarbij leningen voor de eigen woning, onder voorwaarden, uitgezonderd blijven.

Betalingskorting vervalt:

Vanaf 1.1.2024 vervalt de betalingskorting bij het in één keer betalen van de voorlopige aanslag (bron: www.belastingdienst.nl)

Reiskostenvergoeding:

De maximale belastingvrije reiskostenvergoeding wordt m.i.v. 1.1.2024 verhoogd tot € 0.23 per kilometer. Voor reizen met het openbaar vervoer mogen de werkelijke kosten worden vergoed.

Vennootschapsbelasting:

M.i.v. 2023 is het tarief voor de vennootschapsbelasting op winsten t/m € 200.000,-- (1e schijf): 19%; voor winsten vanaf € 200.000,-- (2e schijf) is dit in 2023: 25.8%. 

Ongevraagde telefonische verkoop m.i.v. 1 juli 2021 verboden:

Vanaf 1 juli 2021 zijn ongevraagde verkooptelefoontjes verboden 

Nieuw BTW nummer voor alle eenmanszaken:

In het kader van de privacybescherming krijgen alle eenmanszaken in Nederland vóór 1 januari 2020 een nieuw BTW - identificatienummer van de Belastingdienst. Dit nieuwe nummer heeft GEEN koppeling meer met het persoonlijke BSN nummer.

Nieuwe kleine ondernemersregeling (KOR):

Vanaf 1.1.2020 is de KOR gemoderniseerd. De KOR is van toepassing als het te betalen BTW bedrag lager is dan € 1883.-- per jaar en is alleen bestemd voor ondernemers, die natuurlijke personen zijn, zoals eenmanszaken. Als de omzet niet hoger is dan € 20.000.-- per kalenderjaar, kan men kiezen voor vrijstelling en hoeft men geen BTW aangifte meer te doen. Hier zijn echter een aantal voorwaarden aan verbonden/zie hiervoor www.belastingdienst.nl/kleine ondernemersregeling.

Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB):

Op 1.1.2020 is de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in werking getreden. Deze wet heeft direct invloed op uw salarisadministratie. Vanaf 1.1.2020 is de WW premie opgesplitst in een hoge en een lage premie, waarbij het verschil 5% bedraagt. Het is dus belangrijk om goed in kaart te brengen voor wie de hoge premie en voor wie de lage premie van toepassing is.

De lage premie mag uitsluitend toegepast worden bij werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en een vast aantal arbeidsuren per week en waarvoor de arbeidsovereenkomst schriftelijk is vastgelegd. Een mondelinge overeenkomst geeft geen recht de lage WW premie toe te passen.

Hypotheek voor ondernemers:

Ondernemers incl. ZZP'ers kunnen makkelijker een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) krijgen. Iedereen, die langer dan 12 maanden als ondernemer actief is komt in aanmerking voor een hypotheek met NHG. Hiervoor is een inkomensverklaring ondernemer nodig, waarbij het inkomen wordt vastgesteld o.b.v. het gemiddelde inkomen over de laatste 3 kalenderjaren (loondienst c.q. als zelfstandig ondernemer.

Beperking van verrekening verliezen in de vennootschapsbelasting.

Vanaf 2019 kunnen ontstane verliezen in de vennootschapsbelasting in plaats van 9 jaar nog maar 6 jaar voorwaarts met winsten verrekend worden. De achterwaartse verliesverrekening van één jaar blijft gehandhaafd. Verliezen, die zijn ontstaan vóór het boekjaar 2019 kunnen nog steeds 9 jaar voorwaarts met positieve resultaten worden verrekend tot uiterlijk 2027

Fiscale Oudedag Reserve (FOR):

De oudedagsreserve is voor ondernemers één van de mogelijkheden om de opbouw van hun pensioen te versnellen, d.m.v. belastingvrij te sparen. Elk jaar mag men hiervoor een percentage, vermindert met een eventueel reeds van het ondernemersresultaat afgetrokken pensioenpremie, van de winst uit het bedrijf reserveren, doch het vermogen van de onderneming dient hoger te zijn dan de (cumulatieve) reserveringen. Er is echter alleen sprake van uitstel van belasting, waardoor het vaak alleen aantrekkelijk is bij de hoogste belastingschijf; Voor 2022 is dit 9.44% en maximaal € 9.632.-- (bron: Min.v.Fin.).

Dotatie F(iscale) O(udedag) R(eserve) levert meer voordeel op:

Hoewel vanaf 1.1.2017 het maximale percentage van de ondernemingswinst als toevoeging aan de FOR is verlaagd, kan dit toch meer voordeel opleveren dan in voorgaande jaren. Dit is het gevolg, dat er meer en meer regelingen inkomensafhankelijk worden, zodat een fiscaal lager inkomen veel voordeel kan opleveren. Inkomensafhankelijke regelingen zijn b.v. de algemene heffings- en arbeidskorting, inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet, toeslagen en kind gebonden budget en studiefinanciering studerende kinderen. M.n. bij een winst tussen de € 22.000,-- en € 40.000,-- kan dit interessant zijn.

M.i.v. 1.1.2023 is opbouw van de F.O.R. niet meer mogelijk; de bestaande F.O.R. kan nog wel op basis van de bestaande regels worden afgewikkeld.

Pensioenen:

Als je vanuit een loonsituatie voor jezelf begint, kun je vrijwillig pensioen blijven opbouwen bij het pensioenfonds van de oude werkgever en de betaalde premie fiscaal aftrekken. Dat kon al voor een periode van 3 jaar, maar vanaf 2012 kan dit gedurende 10 jaar. Consequentie is echter wel, dat er minder toegevoegd kan worden aan de fiscale oude dag reserve (FOR)/zie hierboven bij Fiscale Oude dag Reserve.

Aftrekpercentage gemende kosten: 

M.i.v. 1 januari 2017 is het aftrekpercentage voor gemengde kosten, (b.v. voedsel, drank en genotmiddelen, omhoog gegaan van 73,5% (2016) naar 80%. dit geld echter niet voor de ondernemer in de vennootschapsbelasting.

Wijziging teruggaaf BTW bij oninbare vorderingen:

Vanaf 1 januari 2017 gelden andere regels voor het aanmerken van een vordering als oninbaar en voor de manier waarop de betaalde BTW kan worden teruggevraagd.

De leverancier kan zijn op aangifte betaalde BTW terugvragen, zodra het zeker is, dat zijn vordering (gedeeltelijk) oninbaar is. Er hoeft voor de teruggaaf geen apart verzoek meer te worden ingediend, omdat de teruggaaf kan worden verwerkt in de BTW aangifte. (www.belastingdienst.nl)

Van VAR  naar modelovereenkomst:

op 1 mei 2016 is de wet- en regelgeving voor de VAR veranderd; tot deze datum is er een overgangsregeling van kracht t.w.

blijft je hetzelfde werk doen onder dezelfde omstandigheden en voorwaarden, dan mag je jouw VAR voor 2014 of 2015 ook in 2016 blijven gebruiken tot dat de nieuwe wet- en regelgeving op 1 mei 2016 is ingegaan; Vanaf 1 mei 2016 moet er dan ook tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer een modelovereenkomst ingevuld en getekend zijn voor dat je gaan samenwerken. De handhaving van de wet DBA is echter uitgesteld tot vooralsnog 1 1.2020. Opdrachtgevers en zzp'ers krijgen dan ook tot 1.1.2020 geen naheffingen en boetes, ook als er bij een controle geconstateerd wordt, dat er toch sprake was van een dienstbetrekking. Bij kwaadwilligen handhaaft de Belastingdienst vanaf 1 juli 2018. Handhaving richt zich dan niet alleen op de ernstige gevallen, maar ook op andere kwaadwilligen. Hierbij zij 3 criteria van belang: 1) er is sprake van een (fictieve) dienstbetrekking, 2) er is sprake van evidente schijnzelfstandigheid én 3) er is sprake van opzettelijke schijnheiligheid.  (bron: www.belastingdienst.nl)

Belastingrente vervangt heffingsrente:

M.i.v. 1 januari 2013 rekent de Belastingdienst niet meer met heffingsrente, maar met een (veel hogere) belastingrente. Bovendien wordt er alleen nog rente vergoed, als een aanslag te laat wordt opgelegd en 6 maanden later dan tot nu toe het geval was. De rente wordt berekend vanaf 1 juli van het jaar volgend op het belastingjaar. Gedurende de corona pandemie waren deze tarieven niet van toepassing (www.belastingdienst.nl)

Werkkostenregeling:

De werkkostenregeling is veranderd en is vanaf 1 januari 2015 voor iedere werkgever verplicht; deze regeling geldt voor alle vergoedingen, verstrekkingen en ter beschikking gestelde voorzieningen, die behoren tot het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Dit kan betekenen, dat uw administratie moet worden aangepast (zie www.belastingdienst.nl/wkr) 

Wet Werk en Zekerheid:

M.i.v. 1 januari 2015 is de proeftijd voor kortdurende contracten verdwenen. Ook komt er een verbod om hierin een concurrentiebeding op te nemen en worden er gewijzigde regels van kracht m.b.t. verlenging en beëindiging van tijdelijke contracten. M.i.v. 1 juli 2015 is de ketenbepaling voor tijdelijke arbeidsovereenkomsten aangepast, hetgeen inhoudt, dat er dan 3 opeenvolgende arbeidsovereenkomsten mogelijk zijn in 2 jaar in plaats van thans 3 jaar (zie www.belastingdienst.nl). Dit alles betekent voor werkgevers dus een inperking van de flexibiliteit.   

Rentevoordeel personeelsleningen t.b.v. eigen woning belast.

M.i.v. 1.1.2016 dient het rentevoordeel + een eventueel kostenvoordeel tot het loon van de werknemer gerekend te worden. De werknemer kan het belaste rente + eventuele kostenvoordeel voor de inkomstenbelasting aftrekken bij de eigen woningregeling onder de voorwaarden die daarvoor gelden.

Verplicht KvK nr.:

Een ondernemer is verplicht op zijn/ haar website en uitgaande e-mailberichten zijn/haar KvK nr. te vermelden.

Oprichten van een BV/NV:

Sinds 1 oktober 2012 is het eenvoudiger geworden een BV (Flex BV) op te richten. Er is geen startkapitaal van € 18.000,-- meer nodig en is de verplichte bankverklaring en accountantsverklaring vervallen. Dit kan interessant zijn voor startende ondernemers en bestaande éénmanszaken. Ook voor bestaande BV's kan het voordelig zijn hun huidige BV om te zetten in een Flex BV. Voor een DGA, die pensioen opbouwt in eigen beheer geldt echter een beperking: als hij zijn BV "omzet" naar een Flex BV, moet hij aandelen met stemrecht in de BV hebben, direct op indirect, tot ten minste 10% van het geplaatste aandelenkapitaal. Dit is het gevolg van een andere omschrijving van het begrip DGA in de pensioenwet. (www.de zaak.nl)  

Zwangerschapsverklaring niet meer verplicht:

Werkgevers hoeven vanaf 1 januari 2012 geen zwangerschapsverklaring meer op te sturen voor de aanvraag van een WAZO - uitkering. Deze uitkering kan digitaal worden aangevraagd, waarbij er aangegeven moet worden op welke datum de werkneemster waarschijnlijk zal bevallen; de werkgever ontvangt dan minimaal 16 weken na de bevallingsdatum een uitkering. Voor de eigen administratie moet er nog wel om een zwangerschapsverklaring worden gevraagd, want de UWV kan deze ter controle opvragen.

BTW verrekening:

Om de BTW te kunnen verrekenen, moet een factuur op naam zijn uitgereikt; het is dan ook noodzakelijk b.v. zakelijk getankte benzine met een pin- of tankpas te betalen en NIET contant; van contant betaalde benzinebonnen is de BTW NIET verrekenbaar (bron: www.belastingdienst.nl

Regelgeving inzake verzekeringen voor particulieren:

De regelgeving m.b.t. stilzwijgende verlenging van verzekeringen is gewijzigd; als een verzekering afloopt moeten verzekeraars dit aan de verzekerde melden. Nadat een verzekering voor de eerste keer is verlengd, geldt nu een maximale opzegtermijn van een maand. Standaard heeft een verzekering een looptijd van één jaar, maar langer lopende contracten blijven mogelijk als de verzekerde hiermede expliciet instemt.

Betalingsonmacht online melden: 

Als een bedrijf de  belasting- of premieschulden aan de Belastingdienst niet kan betalen, dan moeten de bestuurders of vertegenwoordigers dit tijdig melden aan de Belastingdienst. Dit kan niet alleen op papier, maar ook digitaal via een web-formulier. Doe dit echter wel direct na ontvangst van een te betalen aanslag. Meer informatie: www.belastingdienst.nl 

Kleinschaligheidsaftrek:

Investeert u in bedrijfsmiddelen (er zijn uitzonderingen zoals goodwill, grond, woonhuizen en personenauto's niet bestemd voor goederenvervoer) groter dan € 450,--, dan heeft u recht op kleinschaligheids-investeringsaftrek. De investeringen moeten dan per jaar wel meer zijn dan € 2800,--. Boven de € 2800.-- t/m € 67.765.-- is dit b.v. 28%. Probeer te voorkomen, dat u door veel kleine investeringen dit bedrag niet haalt. Kijk dan of er investeringen naar voren gehaald kunnen worden (bron: www.belastingdienst.nl) 

Nieuwe regels vakantiedagen:

Een werknemer, die langdurig ziek is, bouwt vakantiedagen op over de  volledige ziekteperiode en niet meer alleen over de laatste 6 maanden + de  wettelijke vakantiedagen moeten worden opgenomen binnen 6 maanden na het opbouwjaar, anders vervallen deze. Er zijn echter al diverse nieuwe CAO's afgesloten, waarin afwijkende afspraken zijn vastgelegd; kijk dus in de desbetreffende CAO, welke vervaltermijn er voor de medewerkers van  toepassing is.

BTW - suppletie:

Kleine BTW correcties - tot per saldo € 1000,-- te betalen of terug te ontvangen BTW - mogen ook verwerkt worden in de eerstvolgende aangifte omzetbelasting. Bedragen boven de € 1000,-- aan teveel of te weinig betaalde BTW dienen  gecorrigeerd te worden met een BTW suppletie; dit kan digitaal of via een speciaal formulier; voor uitgebreidere informatie: www.belastingdienst.nl 

Kinderopvangtoeslag:

Aangezien de overheid vanaf 2012 minder bijdraagt aan de kosten voor kinderopvang, wordt de toeslag gekoppeld aan het aantal uren, dat de minst werkende ouder werkt. De uren waar je toeslag voor kunt krijgen voor de dagopvang, bereken je door het aantal gewerkte uren van de minst werkende ouder te vermenigvuldigen met 140%; ouders met schoolgaande kinderen vermenigvuldigen het aantal uren met 70% (bron: www.toeslagen.nl)

Betalingen aan de fiscus:

Welke dag hanteert de Belastingdienst als dag van ontvangst ? Bij een betaling per bank geldt als dag van betaling, de datum dat de verschuldigde belasting op de rekening van de Belastingdienst is bijgeschreven. Bij een betaling op het postkantoor door het storten van contant geld of met een pinpas, geldt als dag van betaling de eerste werkdag volgend op de dag van de storting of pin transactie (bron: www.belastingdienst.nl)

   Tegengaan onredelijke lange betaaltermijnen:

 Voor grote ondernemingen is het vanaf 1 juli 2022 niet meer     mogelijk om met zzp'ers en/of midden-en kleinbedrijf een betaaltermijn     langer dan 30 dagen af te spreken. Heeft een zzp'er of een MKB bedrijf een   overeenkomst met een groot bedrijf, waarvan de betaaltermijn langer dan 60    dagen is, dan wordt deze nietig verklaard en omgezet in een termijn van 30   dagen. Indien dit het geval is, is het grootbedrijf de wettelijke rente     verschuldigd als de factuur na 30 dagen niet is voldaan.

 Vanaf 26 januari 2021 kan een onderneming in het midden- en kleinbedrijf (MKB) die door een groot bedrijf niet binnen de afgesproken betaaltermijn betaald krijgt, dit anoniem melden. Dat kan bij het tijdelijk Meldpunt Achterstallige Betalingen van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Zo krijgt de overheid zicht op naleving van de afgesproken betaaltermijnen van het grootbedrijf aan het MKB.